Bij het zien van een grasveld beseffen veel mensen niet dat er allerlei verschillende grassoorten bestaan. Alleen in Nederland zijn dat er al meer dan 60. Sommige van die grassoorten komen alleen maar in een bepaald deel van ons land voor of hebben gewoon een bepaalde bodemsamenstelling nodig om goed te kunnen groeien.
Daarnaast is ook lang niet elke grassoort geschikt voor het gazon bij je huis en dus zul je deze varianten alleen maar in de vrije natuur tegenkomen. In dat laatstgenoemde geval is de kans overigens groot dat de weides die je passeert uit veel meer dan slechts 1 specifieke grassoort bestaat. Wil je weten welke grassoorten je het meeste tegen kunt komen? Lees dan de hieronderstaande top 10 door.
Inhoudsopgave
1. Engels raaigras

Dit is zonder meer de meest gebruikte grassoort die je in Nederland tegen kunt komen. Het is vooral zo populair, omdat het snel ontkiemt en groeit. Als je dus een kaal stuk grond zo snel mogelijk om wilt toveren in een goed begroeid gazon, dan is Engels raaigras daar perfect geschikt voor.
Nadeel van die snelle groei is wel dat je – zeker in de zomermaanden – regelmatig moet maaien. Daarnaast ziet een gazon met deze grassoort er een beetje ‘rauwer’ uit, dan wanneer je voor het zojuist genoemde Roodzwenkgras zou kiezen. Dat komt omdat de blaadjes van Engels raaigras een stukje breder zijn.
Deze grassoort kan goed tegen hoge temperaturen en droge bodems, zodat het ook mooi groen blijft als Nederland met een hittegolf te maken krijgt.
2. Roodzwenkgras

Deze grassoort is erg populair bij een ieder die graag een fraai gazon bij zijn huis wil hebben, maar geen zin heeft om constant het gras te maaien. Omdat roodzwenkgras traaggroeiend is, kun je dus gerust een wekelijkse maaibeurt (of 2) overslaan zonder dat dat een lelijk optisch effect voor je tuin oplevert.
Deze grassoort hoeft ook niet met de zon in contact te komen om goed te kunnen groeien, zodat het ook veel op schaduwrijke plekken wordt gebruikt.
3. Veldbeemdgras

Rasbak
Zeker wanneer veldbeemdgras in de maanden mei en juni in bloei staat, heeft het uiterlijk veel weg van het grasfamilielid dat de naam ruw beemdgras draagt. Het grote verschil is echter dat de schede van de bladeren en de stengel onder de bloeipluim van veldbeemdgras glad aanvoelen.
Die bloeipluim is overigens opvallend groot en meestal paars van kleur. Veldbeemdgras is een grassoort die in algemene zin erg veel in Nederlandse graslanden voorkomt.
4. Gewoon struisgras

In de zomermaanden herken je deze grassoort overduidelijk aan z’n paars gekleurde open pluimen, waarop zich talloze eenbloemige aartjes bevinden. Trek je gewoon struisgras uit de grond, dan zal het je opvallen dat deze grassoort wortelstokken heeft met daarop bruine schubben.
Dit gras kan een hoogte tot zo’n 75 centimeter bereiken. Je komt het zowel in de vrije natuur als in aangelegde tuinen in vrijwel heel Nederland tegen.
5. Geknikte ossenstaart

De geknikte ossenstaart voelt zich het best thuis in drassige gebieden. Je ontdekt deze grassoort dan ook vaak op landerijen die overstroomd zijn geweest, zoals uiterwaarden.
Aangezien het hier een fijne grassoort betreft, ligt een deel van de stengels op de bodem. De knopen die erop ontstaan zorgen voor een buiging in de steel, die dan uiteindelijk toch naar boven begint te wijzen.
Deze manier van groeien verklaart ook waarom dit ossenstaartgras als ‘geknikt’ wordt aangeduid. De aren die in de periode van mei tot oktober tevoorschijn komen zijn vooral grijs van kleur.
6. Gewoon reukgras

Deze grassoort begint al vroeg in het voorjaar te bloeien en produceert daarbij een redelijk samengetrokken aar. Wil je van het volle aroma van dit gras genieten, pluk dan een paar sprieten en doe ze een kwartiertje in je broekzak, zodat het een klein beetje droogt.
Wat je vervolgens ruikt doet sterk denken aan de geur van een toffee. In de meeste gevallen kom je deze grassoort aan de voet van dijken of in natte graslanden tegen.
7. Zandzegge

Zandstegge zou je als de ‘lijm’ van duinen en zandvlaktes kunnen beschouwen. Het voorkomt dat het zand tijdens een stevige storm massaal wegwaait. Dit is vooral te danken aan het feit dat deze grassoort over letterlijk meterslange wortelstokken beschikt, die door de jaren heen steeds langer worden.
Dit is ook de reden dat de individuele grasplanten in de vrije natuur tamelijk ver van elkaar verwijderd staan, zodat ze elk afzonderlijk de ruimte hebben om goed te kunnen groeien.
8. Biezenknoppen

Als biezenknoppen echt de kans krijgen om goed te groeien, dan kunnen ze de stengels en sprieten tot wel 150 centimeter hoog worden. Omdat de bladeren van deze grassoort opgerold zijn, lijken ze veel op de bloemstengels.
Het verschil met de echte bloemstengels is uiteraard dat je er in de bloeiperiode – van mei tot oktober – bloemetjes op aantreft.
Die komen overigens niet op het uiteinde van de stengel, maar op de zijkant ervan tevoorschijn. Biezenknoppen gedijen vooral goed op natte zure bodems.
9. IJle zegge

De ijle zegge tref je in de natuur altijd in de vorm van pollen aan. Ze bevinden zich met name in de buurt van waterrijke omgevingen, zoals aan de rand van beken of in greppels en grienden. Je kunt ze echter ook in bossen tegenkomen, op voorwaarde dat de bodem er flink voedselrijk is.
De ijle zegge kan tot 75 centimeter hoog worden en bloeit in de maanden mei en juni. De aren die dan aan de bloeistengel ontstaan zijn erg klein en staan ver uit elkaar.
10. Helm

Deze grassoort kom je eigenlijk alleen maar in de voorste rij duinen tegen, die ook wel de zeereep wordt genoemd. Het is een gras dat tot een flinke hoogte kan groeien en herkenbaar is aan z’n grijze kleur. Als helm in bloei staat is het voorzien van grote strokleurige aarpluimen, bestaande uit eenbloemige aartjes die dichtbij elkaar staan.
Het wortelnetwerk van de helm zorgt ervoor dat duinen extra verstevigd worden, zodat zand minder kans krijgt om op of weg te waaien. Helm kom je overigens niet alleen in Nederland tegen. Het is een vrij gangbare grassoort langs de gehele West-Europese kust.