Slangen. Je vindt het fascinerende dieren of je gruwelt ervan. Een tussenweg is namelijk zelden bij mensen te vinden. Die afkeer van deze reptielen is mogelijk te verklaren in het feit dat slangen regelmatig een duistere rol in verhalen spelen.
In Nederland hebben we maar één soort giftige slang, de adder. Gelukkig is niet elke slang die je in de natuur tegenkomt gevaarlijk. Sterker nog, er zijn honderden verschillende soorten die helemaal niet giftig zijn.
Maar kruist een slang je pad die wel giftig is, dan moet je zeker op je hoede zijn en voorkomen dat je gebeten wordt.
In de meest extreme gevallen kan zo’n beet namelijk tot verlammingen en zelfs de dood leiden. In dat kader presenteren we je deze lijst met de 10 giftigste slangen ter wereld.
Inhoudsopgave
1. De hydrophis belcheri

De nummer 1 in onze toplijst met giftigste slangen kom je in de regel niet op het land tegen. Het is namelijk een zogenoemde zeeslang, die zich met vooral tussen de tropische riffen van de Indische Oceaan en langs de kust van Thailand, Nieuw-Guinee, Indonesië en de Filipijnen ophoudt.
Het gif van deze slang is zo krachtig, dat slechts één druppel tot wel 1.800 mensen te doden. De hydropis belcheri is weliswaar behoorlijk schuw, dus hij zal niet snel je pad kruizen.
Maar krijg je het toch met hem aan de stok en lukt het hem om je te bijten, dan kun je er zeker van zijn dat je binnen een half uur overlijdt, tenzij je direct na de beet door een deskundige arts wordt behandeld.
2. De crotalus scutulatus

Deze slang staat ook bekend als de Groene Mojave en de Mojave Ratelslang. Zijn leefgebieden vind je in Mexico en in de zuidelijke staten van de V.S. Van alle ratelslangen wereldwijd beschikt deze over het krachtigste gif.
Hun huidskleur varieert van lichtgroen tot bruin, waardoor ze zichzelf perfect in de natuur kunnen camoufleren als ze in de nachtelijke uren op jacht gaan naar hun prooi. De crotalus scutulatus is niet bepaald een lieverdje.
Als ze door mensen gestoord worden zullen ze hen in eerste instantie met hun rammelende staart en zoemende geluid proberen te verjagen. Heeft dat niet het gewenste effect, dan kun je gegarandeerd op aan krachtige aanval rekenen.
Als je door deze slang wordt gebeten, dan lijkt er in eerste instantie niets met je lichaam te gebeuren. Na enkele uren treden echter verzwakkingen bij het slachtoffer op, waardoor onder meer praten, slikken en ademhalen steeds lastiger wordt.
3. De doodsadder

Zijn lugubere naam belooft weinig goeds, maar is daarentegen behoorlijk misleidend. Het is namelijk helemaal geen adder, want deze slang maakt deel uit van de elapid-familie. De doodsadder is een expert op het gebied van camouflagetechnieken, zodat hij makkelijker zijn prooi kan benaderen.
In principe beschouwen ze mensen niet tot hun aanvalsdoel, tenzij je ze in hun Australische leefgebied stoort. Het is in dat kader dan ook onverstandig om je in die omgeving in het struikgewas op te houden.
Er bestaat weliswaar een antigif voor een beet van de doodsadder, maar dat is helaas lang niet altijd effectief, omdat het gif van deze slang soms sneller z’n werk doet, waardoor het slachtoffer uiteindelijk alsnog overlijdt.
4. De Russells adder

Ook deze giftige slang leeft in India. Hij is diepgeel of bruin van kleur en heeft een reeks donkere, geringde vlekken op zijn huid. Ze bijten als ze zich bedreigd voelen en het gevolg van zo’n beet is dat er overmatige bloedingen kunnen ontstaan.
Daarnaast kan je bloeddruk en hartslag in rap tempo dalen als je door een Russells adder wordt gebeten en kan er blaarvorming, necrose, een bloedstolling of een gezichtszwelling optreden.
Als de adder zijn beet enkele seconden volhoudt, dan is de kans groot dat er minstens 40 tot 70 milligram van zijn gif in je lijf terecht komt, wat de kans op overleven nihil maakt.
5. De Australische tijgerslang

Het gif van de Australische tijgerslang bevat een bloedstollingsmiddel en een zenuwverlammer. Om die reden wordt deze slang als een van de dodelijkste ter wereld beschouwd. Net als cobra’s worden ze agressief als ze schrikken.
De Australische tijgerslang is voornamelijk herkenbaar aan zijn gestreepte huid, die aan een tijger doet denken. Ze kunnen tussen de één en anderhalve meter lang worden.
Zoals de naam al aangeeft, is Australië het gebied waar je deze tijgerslang tegen het lijf kunt lopen. Hij is vooral in Tasmanië, Queensland, Zuid-Australië, New South Wales en Victoria te vinden.
Een beet van deze slang levert extreme pijn in de voet en nek van het slachtoffer op. Daarnaast kun je tintelingen in je lichaam voelen, ga je overmatig zweten en krijg je last van verlamming en ademhalingsproblemen.
6. De zwarte mamba

De zwarte mamba staat bekend om z’n grote omvang, bewegingssnelheid en extreem krachtige gif. De slang dankt zijn naam aan de zwart gekleurde binnenkant van zijn bek. Voor de rest hebben ze echter zelden een zwarte huidskleur.
De meeste varianten zijn namelijk olijf, geelbruin of kaki van kleur. Ze kunnen tussen de 2 en ruim 4 meter lang worden. In de meeste gevallen zullen ze alleen mensen aanvallen als ze zich bedreigd voelen. Word je echter door deze slang gebeten, dan is de kans op overleven nihil.
Slechts twee druppels van z’n gif blijken veelal voldoende te zijn om het zenuwstelsel en hart van een mens te deactiveren, waardoor al snel de dood volgt. De zwarte mamba kun je in principe op vrijwel het volledige Afrikaanse continent tegenkomen.
7. De bungarus candidus

Deze slang staat ook bekend als de Maleisische Krait en de Blauwe Krait. De bungarus candidus dankt die tweede bijnaam aan zijn blauwachtige-zwarte kruisbanden, die door geelwitte tussenruimtes worden gescheiden. De eerste bijnaam verwijst naar een van z’n leefgebieden.
Naast Maleisië kun je de baungarus candidus ook in Thailand, centraal Vietnam, Laos, Indonesië, Singapore en op Bali en Sumatra tegenkomen. Het gif van deze slang bestaat uit extreem krachtige neurotoxinen die bestaan uit presynaptische en postsynaptische gifstoffen.
Een beet zorgt er in dit geval dan ook voor dat het slachtoffer vrijwel meteen zijn spraak- en denkvermogen verliest. Daarnaast verlamt het het spierenstelsel en de ademhaling, waardoor je binnen enkele uren na de overigens pijnloze beet stikt.
8. De inlandtaipan

Het leefgebied van deze slang bevindt zich in het Noordelijke Territorium en Queensland in het zuidelijke deel van Australië. Een beet van een inlandtaipan verlamt niet alleen het zenuwstelsel van het slachtoffer, maar zorgt ook voor bloedstollingen.
De gifmix van dit soort slangen bestaat uit taipoxine, neurotoxinen, procoagulanten en myotoxinen die er mede voor kunnen zorgen dat het slachtoffer ernstige ademhalingsproblemen krijgt.
In principe probeert de inlandtaipan contact met mensen te vermijden, maar als ze tijdens hun vluchtpoging worden tegengewerkt, dan is de kans groot dat ze actief voor de aanval zullen kiezen.
9. De koningscobra

In India wordt de koningscobra niet alleen aanbeden, maar ook gevreesd. Het is namelijk de giftigste slang die in dit land rondkruipt Slechts één beet is al voldoende om een flinke dosis neurotoxines bij een mens of dier te injecteren, wat vrijwel direct verlammingen veroorzaakt.
Het gif is zo krachtig dat het binnen enkele uren na de beet zelfs een volwassen olifant kan doden. Koningscobra’s zijn donker-olijf of bruin van kleur en hebben zwarte ringen en witte en gele kruisbanden met crèmekleurige of lichtgele onderkanten. Een volwassen slang kan 3 à 4 meter lang worden.
Op zich is een koningscobra overigens tamelijk mensenschuw. Ze zullen vrijwel altijd alleen maar voor de aanval kiezen als ze worden geprovoceerd.
10. De zaagschubadder

Het gif van een zaagschubadder is weliswaar niet zo krachtig, maar we besloten deze slang toch op de tiende plaats in deze lijst te zetten, omdat men vermoedt dat hij voor meer menselijke sterfgevallen verantwoordelijk is dan alle andere slangen samen.
Deze adders hebben een stevig lichaam met een peervormige kop dat zich duidelijk onderscheidt van de hals. Volwassen zaagschubadders kunnen tussen de 0,3 en 0,9 meter lang worden. Hun huid bestaat uit bruine, grijze of oranje tinten met donkere rugschaduwen en zijdelingse vlekken.
Zaagschubadders geven de voorkeur aan droge leefgebieden. Je kunt ze vooral in Afrika, Pakistan, India, Sri Lanka en het Midden-Oosten tegenkomen.
