Hoe lang er in de wereld al schaak wordt gespeeld is onbekend. Wat wel duidelijk is, is dat Europa in de 11de eeuw er op grote schaal kennis mee maakte. Sindsdien heeft dit strategische bordspel bij talloze denksporters voor vele peinzende uren gezorgd.
Een foute zet kan er per slot van rekening voor zorgen dat het verloop van een match volledig anders uit gaat pakken. Slimme schakers met een goed strategisch inzicht krijgen daarom de wereldwijd erkende titel van meester en grootmeester toebedeeld.
Ook Nederland heeft talloze toppers op dat vlak voortgebracht. Dit zijn de beste 10.
Inhoudsopgave
1. Max Euwe

Het Nederlandse schaaktalent bij uitstek was zonder meer Max Euwe. De in 1901 geboren Euwe toonde als kind al interesse in het schaakspel. Dit zorgde er dan ook voor dat hij al op jonge leeftijd Nederlands kampioen werd.
Het bleef echter niet bij slechts één kampioenschap. In de daarop volgende jaren ging hij er nog eens 5 keer met de nationale titel vandoor. Omdat de schaakbond Euwe een te sterke speler vond, mocht hij uiteindelijk niet meer aan nieuwe kampioenschappen meedoen.
In plaats daarvan organiseerde de bond zogenoemde kandidatentoernooien, waarbij de spelers het meteen rechtstreeks tegen Euwe op moesten nemen. Geen van die kandidaten is het ooit gelukt om deze briljante Nederlandse schaker te verslaan.
2. Jan Timman

Het behalen van een wereldtitel kwam voor schaker Jan Timman ooit heel dichtbij. Uiteindelijk lukte het hem toch niet om de Rus Anatoli Karpov te verslaan.
Timman begon een bekendheid in de Nederlandse schaakwereld te worden, toen hij op 14-jarige leeftijd de nationale jeugdkampioen werd en een derde plaats bereikte tijdens het wereldjeugdkampioenschap. In 1969 – toen 17 jaar oud – deed hij voor de eerste keer mee aan het NK, waar hij eveneens als derde eindigde.
De echte zegetocht van Timmer begon in 1974, toen hij drie keer op rij Nederlands kampioen werd. Ook in de daaropvolgende jaren scoorde hij opvallend goed, waardoor hij op de wereldranglijst uiteindelijk naar de derde plaats op kon klimmen.
3. Anish Giri

In zijn dertiende levensjaar verhuisde Anish Giri samen met zijn ouders van Rusland naar Nederland. Nadat de jonge Rus zich kort na aankomst in ons land bij de Delftse Schaakclub had aangesloten, bleek al snel dat hij een briljante speler was.
Hij won namelijk 3 partijen in de tweede klasse van de KNSB-competitie. Schaakclub HMC Calder uit Den Bosch lijfde hem vervolgens in, zodat hij ook op het hoogste niveau kon spelen.
Het winnen van meerdere Nederlandse toernooien zorgde er vervolgens voor dat hij op 14-jarige leeftijd al de titel van grootmeester kreeg toebedeeld.
4. Loek van Wely

Loek van Wely was op jonge leeftijd al in het schaakspel geïnteresseerd. Mede hierdoor werd hij in 1988 en 1989 jeugdkampioen van Nederland.
Vanaf 1991 deed hij mee aan het NK, waarbij hij in de eerste jaren wisselende resultaten behaalde. Uiteindelijk lukte het hem toch om kampioen van Nederland te worden, een titel die hij vervolgens maar liefst 6 achtereenvolgende jaren kon prolongeren.
In de media stond Van Wely vooral bekend om zijn bravoure. Zo bereikte hij in 1997 de kwartfinale van het FIDE-WK in Groningen, waardoor hij 76.800 dollar aan prijzengeld verdiende.
Aan de pers meldde hij trots dat hij onder meer een dikke BMW van dat geld zou gaan kopen. De schaker bleek op dat moment echter nog niet eens in het bezit van een rijbewijs te zijn.
5. Hein Donner

In de Nederlandse schaakwereld was Hein Donner de grote verrassing van 1950. In dat jaar kwam hij uit voor het tweede team van de Haagse schaakclub DD en eindigde hij in de hoofdklasse op de eerste plaats.
In de twee voorgaande jaren deed hij in eerste instantie als reservespeler mee aan het Hoogovens Toernooi. Tot ieders verbazing stootte hij daarbij door naar de finale en bleek alleen grootmeester Max Euwe een maatje te groot voor hem te zijn. Iets dat ook tijdens de rest van zijn schaakcarrière altijd het geval bleef.
Donner nam het schaken zo serieus, dat hij er zijn rechtenstudie voor afbrak en verder ging als beroepsschaker.
6. Jeroen Piket

Veel kenners zagen in Jeroen Piket de opvolger van Jan Timman. Helaas lukte het Piket nooit om de echte wereldtop te bereiken. De schaker werd in 1981 een nationale beroemdheid, toen hij op 12-jarige leeftijd zijn debuut in de KNSB-hoofdklasse maakte en daarin als winnaar eindigde.
Drie jaar later werd Piket Nederlands jeugdkampioen. Tijdens het NK voor volwassenen maakte de schaker door de jaren heen pieken en dalen mee. Bij de Olympische Spelen in 1988 scoorde hij met het Nederlandse team een bronzen medaille.
In totaal deed Piket 6 keer aan dit internationale sportevenement mee. Sinds 2003 heeft Piket zijn schaakcarrière definitief ingeruild voor een maatschappelijk beroep.
7. Genna Sosonko

De Rus Genna Sosonko hield zich in zijn geboorteland al met schaken bezig, maar wist daar niet door te stoten tot de absolute top. Zijn schaakcarrière kreeg echter een nieuwe impuls, toen hij zich in 1972 in Nederland ging vestigen.
Hier werd hij amper een jaar later al Nederlands kampioen. In 1973 en 1976 schopte hij het achtereenvolgens zelfs tot meester en grootmeester. Van 1974 tot en met 1996 nam Sosonko elke 4 jaar als Nederlandse schaker aan de Olympische Spelen deel.
In 1976 leverde hem dat een gouden medaille op.
8. John van der Wiel

De in 1959 geboren John van der Wiel maakte op 19-jarige leeftijd schaakfurore door in Groningen Europees jeugdkampioen te worden. Korte tijd later mocht hij ook het open kampioenschap van Nederland op zijn naam schrijven.
Via het Hoogovenstoernooi in 1981 stootte de schaker door naar de Nederlandse top. Zowel in 1984 als in 1986 bereikte hij de eerste plaats tijdens het NK. In totaal deed Van der Wiel aan 28 NK’s mee, waarvan 26 opeenvolgenden.
Beide prestaties zijn een record in de Nederlandse schaakwereld.
9. Ivan Sokolov

Toen in de jaren ‘90 de Balkan-oorlog uitbrak, vluchtte Ivan Sokolov naar Nederland. Dat betekende ook meteen dat er een wereldtopper binnen onze landsgrenzen kwam wonen, want Sokolov was in 1988 al eens schaakkampioen van Joegoslavië geworden.
Eenmaal ingeburgerd in Nederland besloot hij wedstrijden onder de Nederlandse vlag te spelen. Hij begon zijn Nederlandse schaakcarrière in 1992 tijdens het Interpolis-toernooi in Tilburg.
Drie jaar later bereikte hij de eerste plaats tijdens het NK. In de daarop volgende jaren behaalde hij steevast een top 3-positie tijdens de Nederlandse Kampioenschappen.
De afgelopen jaren is Sokolov ook een aantal keren voor zijn geboorteland Bosnië uitgekomen, wat automatisch betekent dat hij dan voor deelnames aan het NK is uitgesloten.
10. Sergei Tiviakov

Sergei Tiviakov is een van de vier schakers in deze top 10, die niet in Nederland is geboren, maar tegenwoordig wel in ons land woont. Deze Rus vestigde zich hier in 1997 en was op dat moment al een keer Olympisch kampioen voor zijn geboorteland geworden.
Vanaf 2000 begon hij zijn Nederlandse schaakcarrière en in 2006 behaalde hij zijn eerste Nederlandse titel. Sindsdien heeft Tiviakov pieken en dalen tijdens schaakmatches meegemaakt.
Zo bereikte hij tijdens het NK in 2014 nog een gedeelde eerste plaats, terwijl hij het jaar daarop als allerlaatste in het klassement eindigde.