De 52 weken die we elk jaar hebben, tellen 365 dagen in een gewoon jaar, en 366 dagen in een schrikkeljaar.
Een simpel antwoord op een simpele vraag, kan je misschien denken. Maar er komt meer bij kijken dan gedacht wordt. Wat is een dag eigenlijk, en waarom hebben we een bepaald aantal dagen per jaar?
In dit artikel leggen we je alles uit!

Inhoudsopgave
Hoe wordt een dag gemeten?
Een dag is de tijd die het duurt voor de aarde om volledig om zijn eigen as te kunnen draaien. Dit is te zien aan de stand van de zon. Een dag wordt gemeten in 24 uur.
Soms draait de aarde niet helemaal precies binnen 24 uur om zijn eigen as. Dit is meestal op de seconde na. Als dit gebeurt, wordt er een schrikkelseconde toegepast aan een dag.
Hier valt voor de meeste mensen niets van te merken, maar het wordt toch van tevoren aangekondigd door de International Earth Rotation and Reference Systems Service.
Tegenwoordig begint een dag officieel om middernacht. Voor mensen is het echter natuurlijk om een dag af te sluiten met het naar bed gaan en een nieuwe dag te beginnen bij het opstaan.
De uren na middernacht worden dus soms onofficieel als dezelfde dag gerekend.
Er waren vroeger verschillende manieren om de lengte van een dag te meten. Bij een zonnedag werd naar de zon gekeken.
Zo kan je bijvoorbeeld zeggen dat de dag begint en eindigt met het ondergaan van de zon.
Een sterrendag werkte hetzelfde, maar met sterren. Hier begon een nieuwe dag als de sterren op dezelfde plek stonden ten opzichte van de aarde.
Er is een verschil van vier minuten tussen een zonnedag en een sterrendag.

Schrikkeldag
Wij maken gebruik van de Gregoriaanse kalender, die met behulp van de zon bepaalt hoe lang een jaar duurt. Deze duurt 365 dagen.
Dit staat bijna gelijk aan een tropisch jaar. Een tropisch jaar is de tijd die de aarde nodig heeft om rond de zon te draaien. Dit duurt om precies te zijn 365 dagen, 5 uur, 48 minuten en 45 seconden.
Dit lijkt misschien niet veel, maar uiteindelijk kan het een groot verschil maken. De Gregoriaanse kalender loopt namelijk net een beetje voor op de aarde.
Elke honderd jaar zouden de seizoenen bijvoorbeeld met 24 dagen verschuiven.
Om dit te voorkomen, wordt er elke vier jaar een extra dag aan het jaar toegevoegd. Een tropisch jaar is namelijk ongeveer zes uur langer dan onze kalender. Binnen vier jaar loopt de Gregoriaanse kalender dus één dag voor.
Deze dag valt op 29 februari. Het volgende schrikkeljaar is 2024.
Soorten kalenders
Zonnekalender
De Gregoriaanse kalender, de kalender die wij gebruiken, is een zonnekalender.
Deze werkt als volgt:
Bij zonnekalenders wordt de zon gebruikt om de seizoenen te meten. Dit wordt gedaan door de hoogte van de zon en de lengte van de dag te meten.
Een zonnewende is belangrijk bij het vastleggen van de seizoenen. De kortste dag is de winterzonnewende en de langste dag de zomerzonnewende.
Hiermee wordt dus bepaald wanneer de zomer en de winter plaatsvinden.
Bij nachteveningen zijn de dag en de nacht even lang. Dit gebeurt twee keer per jaar. Zo worden de lente en de herfst bepaald.
Door deze meting begint elk seizoen op dezelfde dag van het jaar. Een schrikkeljaar zorgt ervoor dat de zon niet voorloopt op de kalender.
Maankalender
De maankalender is een van de oudste kalenders, en wordt nog steeds gebruikt. Zowel de Islamitische kalender als de Hindoekalender maakt gebruik van de maan om de dagen bij te houden.
Deze kalender telt de dagen tot er een nieuwe maan is. Dit wisselt af tussen 29 en 30 dagen. Een maankalender telt twaalf maanden per jaar, wat betekent dat er 354 dagen in een jaar zitten.
Ook bij de maankalender wordt gebruikgemaakt van een schrikkeldag. Elke drie jaar heeft een jaar een extra dag.
Lunisolaire kalender
De lunisolaire kalender is gebaseerd op een maankalender, maar houdt rekening met het zonnejaar door extra dagen in bepaalde jaren toe te voegen.
Het is dus in principe een combinatie van de zonnekalender en de maankalender (luni betekent maan, en solaire betekent zon).
In een maankalender is een jaar ongeveer elf dagen korter dan op de zonnekalender. Dit leidt ertoe dat na een jaar de stand van de zon op dezelfde datum een andere hoogte heeft.
Na drie jaar is er namelijk al een maand verschil met de zonnemaand.
Er zijn bij maankalenders dus geen schrikkeldagen maar schrikkelmaanden. Een aantal culturen in de geschiedenis hebben dit op verschillende manieren gedaan.
De oude Grieken losten dit bijvoorbeeld op door in het achtste jaar drie extra maanden aan een jaar toe te voegen.

Conclusie
Een jaar heeft 365 dagen. De dagen worden bepaald door de zon. Omdat het iets langer duurt voor de aarde om rond de zon te draaien, wordt er elke vier jaar een schrikkeldag ingevoerd.
Wij gebruiken vooral de Gregoriaanse kalender. Dit is een zonnekalender. Andere soorten kalenders zoals de maankalender en de lunisolaire kalender hebben 354 dagen per jaar.