Het Carnaval in Nederland roept bij de bevolking gemengde gevoelens op. Voor sommigen is het iets om het hele jaar door naar uit te kijken, anderen hopen dat deze 3 dagen gekkigheid zo snel mogelijk weer achter de rug zijn.
Muziek is een belangrijk onderdeel van het carnaval. De vaak speciaal voor dit feest geschreven liedjes heten Carnavalskrakers. Wil je meehossen? Bekijk hier de Top Tien beste Carnavalskrakers aller tijden!
Inhoudsopgave
- 1. Zak es Lekker Door, De Deurzakkers
- 2. Er staat een Paard in de Gang, André van Duin
- 3. Polonaise Hollandaise, Arie Ribbens
- 4. Mexico, Zangeres Zonder Naam
- 5. Alice, Who TF is Alice?, Gompie
- 6. Spuitje d’rin, spuitje d’ruit, Jopie Parleviet
- 7. Sleetje Rijen, Jettie Pallettie
- 8. Als het gras twee kontjes hoog is, Hydra
- 9. Unne spijker innu me kop (aauwauw), De Stipkes
- 10. Kamerbreed tapijt, Barry Hughes
1. Zak es Lekker Door, De Deurzakkers
Een prima liedje om een dronken polonaise mee om te laten vallen is de in 1992 uitgebrachte carnavalskraker van het Brabantse artiestenduo de Deurzakkers.
Twee Oeteldonkers werkten in een platenzaak en kwamen op het idee om samen met de lokale carnavalsvereniging en het lokale voetbalteam FC Den Bosch een singletje uit te brengen. Het liedje werd een enorm succes en wist zelfs de top 10 te behalen!
Wegens aanhoudende populariteit werd het nummer in 2015 nog eens uitgebracht. De Deurzakkers zijn ook verantwoordelijk voor het carnavalsliedje “Het Feest Kan Beginnen (want wij zijn binnen)” uit 1986.
De Deurzakkers komen nog steeds iedere carnaval bij elkaar om op te treden.
2. Er staat een Paard in de Gang, André van Duin
Andre van Duin is in 1947 in Rotterdam geboren. Hij wilde het toneel op, en daar bleek al gauw dat hij een groot talent had om mensen aan het lachen te maken.
Veel van zijn typetjes zijn een begrip geworden in Nederland, zoals Ome Joop (nee nou wordtie mooi!), de dames Bep en Toos, en natuurlijk meneer en mevrouw De Bok (met Corrie van Gorp). In het totaal heeft hij meer dan 350 typetjes neergezet.
In de loop van de jaren heeft hij ook behoorlijk wat hits op zijn naam weten te zetten. Naast zijn uitgebreide repertoire aan Nederlandse luisterliedjes heeft hij ook een aantal carnavalskrakers en feestnummers uitgebracht.
Het liedje “Er staat een paard in de gang (bij buurvrouw Janssen)” uit 1981 hebben we voor deze lijst gekozen als de nummer 2, maar we hadden ook net zo goed kunnen kiezen voor “Willempie” uit 1976 en het “Ik heb heele grote bloemkoole” uit 1979.
Wil je je als Andre van Duin verkleden dan heb je een zwart alpinopetje nodig, een rode pruik, bruine stofjas en groene regenlaarzen. Neem 2 bloemkolen mee en niemand kan zich meer vergissen! Voor het typetje “Willempie” vervang je het alpinopetje door een zwarte potjeshelm met vliegersbril.
3. Polonaise Hollandaise, Arie Ribbens
De in Eindhoven geboren en getogen Arie Ribbens is een echte feest- en carnavalszanger.
De carnavalskraker “Polonaise Hollandaise” stamt uit 1983. Het werd voor het eerst bij het tv-programma Op Volle Toeren op televisie vertoond en al gauw was de feestmuziek van arArie Ribbens niet meer uit de Nederlandse muziek weg te denken.
Het liedje ‘Brabantse nachten zijn lang’ uit 2005 is nog steeds weergaloos populair in Brabant, en wordt op alle kermissen, feesten en zelfs bruiloften nog steeds gedraaid. Arie zelf is in 2015 gestopt met optreden omdat zijn gezondheid het niet meer toeliet.
Het is niet bekend of Arie ooit zo slim is geweest om een dealtje met Nederlands beste bierbrouwer Heineken te maken, maar zijn liedjes maken veel feestvierders erg dorstig.
4. Mexico, Zangeres Zonder Naam
Mary Servaes is op 5 augustus 1919 in Leiden geboren. Jarenlang zong ze onder de artiestennaam Zangeres Zonder Naam de Nederlandse levensliedjes.
Haar liedjes waren vooral duidelijk herkenbaar door de”snik” in haar stem. In 1959 had ze haar eerste echte hit ‘Ach Vader lief (toe drink niet meer)”. Ze werd al snel de Koningin van het Levenslied genoemd.
Het nummer “Mexico” is gecomponeerd door de uit Peru afkomstige Fransman Francis Lopez. De Nederlandse vertaling van Johnny Hoes leverde voor de Zangeres Zonder Naam 2 x een plaats in de hitparade op; 1 x in 1969, en daarna nog eens in 1986, toen het WK Voetbal in Mexico werd gehouden.
Veel van haar liedjes worden tijdens feesten en het carnaval nog steeds uit volle borst meegezongen.
5. Alice, Who TF is Alice?, Gompie
Ook de in Eindhoven geboren zanger, radio-dj en muziekproducent Peter Koelewijn heeft het carnaval vieren in zijn genen zitten. Al sinds de 60’er jaren wist hij de ene hit na de andere te scoren.
In 1977 bracht de toen zeer succesvolle band Smokie het nummer “Alice” uit. Dit nummer werd in de jaren 90 veel gedraaid in café Gompie in Nijmegen, waarbij de dj Onno Pelser af en toe de muziek wegdraaide en het hele café ”Alice WhoTF is Alice?” brulde. Dit kwam bij Peter Koelewijn terecht, en die bracht dit plaatje uit onder het pseudoniem Gompie.
6. Spuitje d’rin, spuitje d’ruit, Jopie Parleviet
Deze nieuwe carnavalskraker uit 2021 is een aftreksel van een ander, ouder carnavalsnummer, puntje drin puntje druit van het Limburgse duo De Slijpers.
De Slijpers stonden vooral bekend vanwege hun dubbelzinnige teksten in de liedjes die ze uitbrachten, en dat doet het natuurlijk ook goed bij het stoute carnavalsfeest.
Spuitje d’rin Spuitje d’ruit slaat natuurlijk op de corona vaccinaties.
Jopie Parleviet is het alter ego van cabaretier Richard Groenendijk. Als de verklede Rotterdamse diva verzorgde hij een tv-praatprogramma voor RTL4.
7. Sleetje Rijen, Jettie Pallettie
Carnaval en skiën hebben natuurlijk niet veel met elkaar gemeen: Het een is een sport, de ander een verbasterd heidens feest. Maar wat ze wel gemeen hebben is de liefde voor meezingers en feesten.
De Amstelveense zangeres Jet Westerhuis brengt als sinds 2010 Nederlandstalige liedjes uit, bedoeld voor de après-ski, maar haar liedjes doen het ook prima met het carnaval!
8. Als het gras twee kontjes hoog is, Hydra
De Nederlandse band Hydra komt uit Assen. De groep is ontstaan in 1970 en speelde in het begin hardrock en underground muziek.
In 1974 scoorden ze geheel onverwacht een hit met het carnavalsnummer “t geeft allemaal niks (want wie houdt van elkoar, holladiejee, holladijoo)” Het haalde zelfs een 25ste plaats in de Top 40 van Veronica, wat toen een van de meest toonaangevende muziekprogramma’s voor jong Nederland was.
Daarna volgde nog “Marietje (die vroeg opgestaan was, halie hallo de jagers, en die jagen erop los)” en uiteraard het nummer “Als het Gras twee kontjes hoog is (helahie, helahoo)
9. Unne spijker innu me kop (aauwauw), De Stipkes
De Stipkes is een echte carnavalsband uit Oeteldonk, de carnavalsnaam voor Den Bosch in Brabant. In 1976 brachten zij hun eerste carnavalssingle uit met de titel “Ik heb unne spijker innu me kop auwauw” Het nummer werd direct een doorslaand succes en is sindsdien iedere carnaval te horen.
Daarna hebben ze nog meer carnavalsnummers uitgebracht, maar “unne spijker inne me kop” blijft nog steeds hun grootste hit.
10. Kamerbreed tapijt, Barry Hughes
Barry Hughes werd in 1937 in Wales geboren. Al gauw bleek dat het kereltje veel talent als voetballer had. In 1960 werd hij aangekocht voor Blauwe Wit, een voetbalclub uit Amsterdam en verhuisde hij naar Nederland om betaald voetbal te spelen.
In 1968 behaalde hij zijn trainersdiploma en sindsdien werkte hij als voetbaltrainer voor de verschillende Nederlandse clubs. Alhoewel hij meestal boven de rivieren werkte en woonde, ontwikkelde Barry Hughes een grote liefde voor het Carnaval in Brabant.
In 1980 kwam zijn eerste hit “ik wil op mijn kop, een kamerbreed tapijt” uit, eigenlijk meer uit een geintje De kalende humoristische voetbaltrainer met zwaar Engels accent had hiermee zoveel succes mee dat hij nog 4 andere carnavalssingles maakte in de vijf jaar die daarop volgde. Maar het Kamerbreed tapijt is bij de carnavalsvierders het nummer wat het meest is blijven hangen.