Wie een hond heeft, leeft langer. Dit blijkt uit twee studies uit het vakblad Circulation, van de American Heart Association. De gevolgen zijn het grootst bij alleenstaanden. Hondeneigenaars hebben maar liefst 24% minder kans om vroegtijdig te overlijden. En 31% minder kans om te overlijden als gevolg van hart- en vaatziekten. Het risico op overlijden bij patiënten die een hartaanval krijgen ligt 65% lager dan bij mensen zonder hond.
De resultaten zijn vernomen uit een meta analyse van tien studies die van 3.8 miljoen mensen uit de VS, Canada, Scandinavië, Nieuw-Zeeland, Australië en het VK gegevens bevatten.
Gezondheidsvoordelen
“Onze bevindingen laten een verband zien tussen honden en langer leven”, vertelt Caroline Kramer, assistent-professor geneeskunde aan de Universiteit van Toronto. “Hondenbezit wordt gelinkt aan fysieke beweging, lagere bloeddruk en betere cholesterol. Bijgevolg zijn dat hondeneigenaren langer leven met minder risico op sterfte door hart- en vaatziekten.” Volgens Kramer moet het effect voor hart en bloedvaten en sociale en psychologische voordelen onderzocht worden.
Alleenstaanden
Uit een tweede studie van 182.000 mensen tussen 40-85 jaar oud die tussen 2001-2012 een hartaanval of beroerte kregen, blijkt dat vooral alleenstaanden voordeel hebben van hondenbezit: alleenstaanden met een hond hebben 33% minder kans op een nieuwe beroerte, in vergelijking met alleenstaanden zonder hond. Ter vergelijking: wie samenwoont met partner of kind, heeft 15% en 12% minder kans op een nieuwe hartaanval of beroerte.
“Sociaal isolement is een grote risicofactor voor gezondheidsproblemen en vroegtijdig overlijden”, zegt Tove Fall, professor aan de Uppsala-universiteit in Zweden. “Een hond is ook motivatie voor fysieke activiteit en een factor voor mentale gezondheid”. Maar meer onderzoek is nodig om dit langer-leven-verband vast te stellen, verduidelijkt Fall.