De geschiedenis van Nederland loopt tot zo’n 6500 jaar terug, toen de eerste jager-verzamelaars zich vestigden in de zuidoostelijke delen van het land. In de eerste paar eeuwen voor Christus trokken steeds meer bewoners het gebied in.
In de middeleeuwen was het gebied onderdeel van verschillende rijken, tot zij zich op 26 juli 1581 onafhankelijk verklaarden middels het Plakkaat van Verlatinghe. Nederland was voor lange tijd een republiek maar sinds 1806 een Koninkrijk. De 9 Koningen en Koninginnen die we gekend hebben vind je hieronder terug.
1. Koning Willem-Alexander (1967)

Koning Willem-Alexander is de huidige Koning der Nederlanden. Zijn huwelijk met Maxima Zorreguieta was omstreden wegens haar vader, die politicus was ten tijde van het regime van Videla in Argentinië. Willem-Alexander kreeg in zijn studententijd de bijnaam ‘prins pils’ omdat hij zich vol overgave in het studentenleven stortte. Hij wordt ook gekend als W.A. van Buren, wat de schuilnaam is waaronder hij de Friese Elfstedentocht uitreed. Thans is hij ook lid van het IOC, en is hij wereldwijd adviseur om goed waterbeheer te bevorderen. Tot op de dag van vandaag treedt hij nog op als piloot op binnenlandse vluchten van de KLM.
2. Koningin Beatrix (1938)

In vergelijking met haar moeder was Beatrix afstandelijker ten opzichte van het volk. Desondanks werd ze door haar professionele voorkomen geroemd en uiteindelijk ook geliefd bij de meeste Nederlanders. Haar huwelijk met Prins Claus in 1956 zorgde voor enige roering in het land omdat de oorlog met Duitsland nog vers in het geheugen lag. Toch werd ook hij al snel omarmd door de Nederlandse bevolking en als populairste lid van het Koninklijk Huis gezien. Tijdens Koninginnedag 2013 droeg Beatrix de macht over aan haar zoon Willem-Alexander.
3. Koningin Juliana (1909-2004)

Juliana staat bekend als meest geliefde vorst die Nederland gekend heeft. Haar interesses lagen bij het volk, sociale- en maatschappelijke vraagstukken om haar onderdanen een zo goed mogelijk bestaan te geven. Als zij geen Koningin zou zijn geweest had ze liefst maatschappelijk werk in de zorg uitgevoerd en omdat zij zich liefst per fiets verplaatste kreeg Juliana de bijnaam ‘de fietsende monarch’. Tijdens de watersnoodramp in 1953 werd ze geroemd om haar snelle aanwezigheid (in kaplaarzen) om de reddingswerkers bij te staan en het volk een hart onder de riem te steken. In 2004 overleed de geliefde Koningin en niet veel later is ze uitgeroepen tot nummer 14 in de verkiezing van De Grootste Nederlander.
4. Koningin Wilhelmina (1880-1962)

Omdat de eerste drie zonen van Koning Willem III voor zijn overlijden stierven, werd Wilhelmina de eerste van drie generaties vrouwen die als Koningin der Nederlanden aan de macht waren. Omdat zij slechts 10 jaar oud was toen haar vader overleed werd zij pas acht jaar later, kort na haar 18e verjaardag gekroond als Koningin. Wilhelmina kreeg drie miskramen en heeft tweemaal op het randje van de dood gebalanceerd zodat het huis van Oranje-Nassau bijna geen opvolging zou kennen. Op 30 april 1909 werd uiteindelijk dan toch Prinses Juliana geboren en was het koningshuis gered. Wilhelmina was Koningin gedurende de tweede wereldoorlog en hoewel gevlucht naar Londen stond ze bekend als voorvechter van het verzet. Na 50 jaar aan de macht te zijn geweest gaf zij in 1948 de troon over aan haar dochter Juliana. Na een kort ziekbed overleed zij op 28 november 1962 op 82-jarige leeftijd.
5. Koning Willem III (1817-1890)

‘Koning Gorilla’, zo stond Koning Willem III bij het volk ook wel bekend, dit door zijn vreemde gedrag. Zo kon hij genadeloos hard zijn tegenover personeel en stond hij voornamelijk bekend als boos, driftig en egoïstisch. Desondanks kon hij door zijn grillige contacter soms ook weer onverwacht vriendelijk en koninklijk uit te hoek komen. Willem III was tot de Kroning van Willem-Alexander in 2013 de laatste mannelijke vorst van Nederland. Hij overleed in 1890 na jaren van beroertes en andere gezondheidsproblemen. Zijn uitvaart liep uit op een drama. Tribunes stortten in en de dragers lieten de lijkkist uit hun handen vallen.
6. Koning Willem II (1792-1849)

Koning Willem II was de oudste zoon van Koning Willem I en nam als Engels generaal deel om de Slag bij Waterloo. Door zijn optreden in deze periode is hij in binnen- en buitenland geroemd als één van de grote helden die Napoleon verslagen hadden. In 1840 werd hij, tegen eigen zin in, benoemd tot Koning van Nederland. Koning Willem II huwde de Russische Anna Paulowna, dochter van Tsaar Paul I. Ondanks dat het huwelijk 5 kinderen voortbracht stond Willem II vooral bekend om zijn seksuele escapades met mannelijke leden van het hof. In 1849 overleed hij kort na een ongeval in de haven van Rotterdam.
7. Koning Willem I (1772-1843)

Koning Willem de Eerste, voluit ook wel Willem Frederik Prins van Oranje-Nassau, was de eerste Koning der Nederland uit het huis Oranje-Nassau. Na de nederlaag van Napoleon in de Slag bij Leipzig werd hij uitgeroepen tot eerste vorst der Verenigde Nederlanden. In 1815 riep hij zichzelf uit tot Koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In Europa werd het Koninkrijk al snel geaccepteerd als buffer tussen Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Onder het Koningschap van Willem I scheidde België zich af van het koninkrijk. Willem I overleed in 1871.
8. Napoleon Lodewijk Bonaparte (1804 -1831)

Als tactiek om de zelfstandigheid van het Koninkrijk te behouden werd Lodewijk Napoleon zijn tweede zoon, Napoleon Lodewijk, benoemd tot Koning van Holland. Omdat hij slechts zes jaar oud was trad zijn moeder, Hortense, op als regent. Zijn Koningschap duurde echter slechts 12 dagen. Op 13 juli 1810 annexeerde keizer Napoleon het koninkrijk en kwam het volledig onder Frans bewind te vallen. Napoleon Lodewijk leefde een kort leven en overleed in 1831 op slechts 27-jarige leeftijd.
9. Lodewijk Napoleon Bonaparte (1778-1846)

Lodewijk was de jongere broer van de wereldbekende keizer Napoleon I. In het jaar 1806 is hij door zijn broer verplicht om Koning van Holland te worden. Door de meeste historici wordt hij daarentegen niet als een daadwerkelijke Koning gezien. Omdat hij veelvuldig opkwam voor de belangen van het Koninkrijk kwam hij continu in conflict met zijn broer maar was hij bij het volk enorm geliefd. Als gevolg hiervan moest hij in 1810 aftreden.