Huisstijlen zijn er in tal van verschillende formaten en formules. De ene keer zijn ze duidelijk onderscheidend van elkaar, terwijl ze de andere keer alleen maar heel subtiel van elkaar verschillen. In deze top 10 leggen we het onderlinge onderscheid haarfijn aan je uit.
Inhoudsopgave
1. De moderne stijl
De moderne stijl is eigenlijk een brede overkoepelende term voor verschillende ontwerpstijlen, die één gemeenschappelijke intentie als overeenkomst hebben: genieten van materiaal, technologie en compositie door middel van authenticiteit, transparantie en efficiëntie.
Een gebouw is volgens modernisten tenslotte meer dan een bewoonbaar omhulsel. Het is een machine om in te wonen. Modernistische interieurs zijn daarom vaak een complexe overlay van functionele onderdelen die gezamenlijk zorgvuldige composities en duidelijk gearticuleerde lijnen en geometrie vormen.
2. De middeneeuwse moderne stijl
De middeneeuwse moderne stijl kenmerkt zich als een interieurstijl, die in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog in een stroomversnelling kwam. Met invloeden van het Bauhaus en de internationale beweging onderscheidt deze tak van het modernistische interieur zich in een levendig gebruik van kleur, heldere lijnen en interactieve dialogen met de natuur en het buitenleven.
De nadruk ligt hier op het versterken van de interpersoonlijke banden. De leefruimtes worden als meer dan functionele containers beschouwd. Het zijn royale, open interieurs met de nadruk op gemeenschappelijke, gedeelde ruimtes, brede raakvlakken tussen het huis en zijn natuurlijke omgeving en een functionele en visuele helderheid, die integraal deel uitmaakt van de modernistische stijl.
Het kleurenpalet van de middeneeuwse moderne stijl omvat meestal oranje, gele, groene en bruine tinten, hoewel daar van afwijken ook niet ongebruikelijk is.
3. De minimalistische stijl
Minimalistische interieurs halen hun inspiratie uit de minimalistische kunststromingen van de jaren ’60 en ’70, die op hun beurt weer geïnspireerd zijn op traditionele Japanse designs en de zen-filosofie. Door de dingen te ontdoen van hun basiselementen, biedt het minimalisme ons een esthetiek die gebaseerd is op de efficiëntie van het ontwerp.
Zonder afleiding of rommel worden de minimalistische interieurs gestroomlijnd, wat ervoor zorgt dat de gedurfde visuele impact en het onderliggende gebruik van de ruimte wordt gemaximaliseerd. Elementen en motieven worden tot een minimum beperkt, waarbij verborgen opslag en zorgvuldige detaillering een rol spelen.
Het kleurenpalet omvat gedempte tinten, met hooguit één of twee accenten in het midden. De herhaling en beweging van lijnen en een royale introductie van natuurlijk licht zorgen ervoor dat deze interieurs licht en dynamisch blijven.
Net als zijn andere modernistische tegenhangers belichaamt de Scandinavische stijl een verschuiving naar eenvoud, functionaliteit en efficiëntie. Er ligt echter ook een nadruk op de betaalbaarheid van.
De Scandinavische vormgeving biedt dan ook een zorgvuldige balans tussen minimalistische efficiëntie en een warme, persoonlijke aanpak. Deze interieurstijl wordt gekenmerkt door organische materialen, eenvoudige versieringen en strakke detaillering. Het kleurenpalet zwemt in zwart-wit, waarbij grijs en blauw, of af en toe een opvallend kleurtje, voor extra attentiewaarde zorgt.
De silhouetten en contouren in Scandinavische interieurs zijn ronder en kronkelig, wat samen met de organische texturen een aangename, gezellige sfeer oplevert.
5. De industriële stijl
Industriële interieurs staan vooral bekend om hun functionaliteit en efficiëntie, die tot stand komt door de werkende delen van een gebouw te transformeren in zijn primaire esthetiek. Balken, kolommen, pijpen en leidingen worden prominent naar voren gebracht om de ‘woonmachine’ te benadrukken.
Deze aanpak zorgt ervoor dat dit soort interieurs een grotendeels mannelijke ondertoon krijgen. In tegenstelling tot veel andere uitlopers van de moderne beweging, schuwen industriële interieurs niet terug voor het tonen van gewicht of ruwheid.
Industriële interieurs hebben de neiging om zich te houden aan warme, neutrale kleuren zoals grijs en bruin met ijzer of staal. Bij de keuze van meubels en decoraties maken vintage industriële ontwerpen de look compleet.
6. De eigentijdse stijl
De eigentijdse stijl is per definitie actueel en is daarom een steeds evoluerend palet dat de heersende trends en smaken op elk moment weergeeft. Als zodanig is het lastig om deze stijl te karakteriseren als een set van gegeven ideeën, intenties of eigenschappen.
Als ontwerpstijl wijkt het echter af van de modernistische esthetiek door een meer evenwichtige en afgeronde benadering van het interieurontwerp te presenteren. De moderne middeneeuwse stijl is op dit moment populairder, daar hedendaagse interieurs er sterk op lijken.
In dit geval zijn de elementen, kleuren en lijnen echter in zachtere composities ondergebracht, waardoor zowel ruimte voor visuele verwennerij ontstaat alsook functionele efficiëntie.
7. De urban/stedelijke stijl
De nadruk van urban stijlinterieurs ligt op elementen en ontwerpen die de zanderige sfeer van de stedelijke context in je huis brengen. Deze interieurstijl is niet bang voor experimenten met ongewone materialen en kenmerken. De ideeën die daardoor ontstaan leiden vaak tot een onderscheidende, bohemienachtige, uitstraling.
De urban-stijl, die zich op industriële invloeden richt, gaat uit van structurele kenmerken, industriële componenten en blootliggende leidingen. Deze elementen worden met elkaar in heldere open ruimtes gecombineerd. Dit levert een mengeling van lichte kleuren en strakke afwerkingen op die een vleugje vrouwelijke elegantie aan het hele proces toevoegen.
In feite omvat het stedelijke interieur meestal met een flinke dosis artistieke verwennerij, waarbij men vaak antwoorden in het onverwachte probeert te vinden.
8. De traditionele/klassieke stijl
De traditionele stijl is gebaseerd op het comfort en de luxe van een klassieke Europese inrichting en richt zich op het verleden om ideeën voor de toekomst te creëren. Interieurs in traditionele stijl onderscheiden zich door hun silhouetten; gevleugelde rugleuningen, uitgebreide meubelstukken, klauwpoottafels en andere meubel- en kenmerkende ontwerpen hebben meestal hun oorsprong in 18e eeuwse Engelse, neoklassieke of koloniale stijlen.
De achtergronden zijn meestal licht en eenvoudig, met rijke kleuren, lijnen en profielen die klassieke weelde aan een ruimte toevoegen. Fijn bewerkte en gelakte donkerhouten meubelen en architectonische verfraaiingen zijn bij deze interieurstijl veelvuldig aanwezig.
9. De overgangsstijl
Deze prachtige interieurstijl is een heerlijke versmelting van twee interieurtrends met specifieke individualiteit: de klassiek-traditionele stijl en de hedendaagse moderne stijl. Deze twee stijlen lijken misschien te ver van elkaar af te staan, maar de designers hebben een slimme manier ontdekt door het beste van deze twee ‘werelden’ te nemen en ze op een zeer aangename manier met elkaar te mengen.
De overgangsstijl bestaat uit massieve meubels van een groter formaat en een robuuste structuur. Ze zijn voorzien van gebogen lijnen en hebben een focus op comfort. Iets dat bij traditionele interieurs past. De strakke vormgeving past daarentegen meer bij het minimalisme van de hedendaagse stijl thuis. Het kleurenpalet van de overgangsstijl is overwegend neutraal en monochroom.
10. Art deco
Deze stijl werd in de jaren ‘20 van de vorige eeuw geboren en werd toen gezien als een nieuwe esthetiek voor moderne tijden. Art deco herken je aan de gedurfde, bombastische en toch ook elegante compositie.
De kern van deze stijl is een sensuele verkenning van orde en symmetrie, waarbij de lijnen en de geometrie de leiding over de ontwerpen en composities nemen. Hoekige patronen, gelaagde ontwerpen en gedurfde rondingen zorgen voor een spel van vorm en esthetiek dat zich weerspiegelt in glanzend chroom- en messingbeslag, glanzende verf, gelakt hout, en een overvloed aan besprenkeld glas en spiegelende elementen.
